Hopen op een ontwapenend 2024
De plaatsjes Everdingen en Hagestein zijn mooie kleine pittoreske plaatsjes. Nooit
eerder gehoorde namen passeren de revue. De naam Hubrecht van Everdingen die
in 1259 de eerste heer van Everdingen wordt. Hagestein waar in het verleden tot
tweemaal toe een kasteel en het slot van Hagestein werd verwoest. Waar Willem VI
en de Bisschop van Utrecht Frederik de III de scepter zwaaiden.
En dan rij je op een dag op de Lekdijk langs de beroemde stuw en sluizencomplex
van Hagestein naar de gedoogde verblijfsplek van Frans. Naar een plek waar zaken
gebeurden die het daglicht niet konden verdragen en waar spul werd gemaakt met
een straatwaarde waar je je neus niet voor ophaalt. Waar, als ik google de naam
Lisette opduikt en onvoorzien en onwetend zij haar verblijfsplek moest verlaten.
Ik rij van de Lekdijk af en parkeer mijn auto. Links staat een woonhuis. De rolluiken
zitten dicht. De sfeer voelt wat onheilspellend stil aan. Er staat, naar mijn mening als
stadse gozer, overal oude troep. Ik loop al roepend zijn naam een loods binnen. Ik
krijg een unheimisch gevoel en denk,’ ik zou zomaar een schot hagel in me kont
kunnen krijgen en niemand die het weet en me nooit meer ziet’.
Ik zie in een hoek een blauwe deur met daarboven een klein cameraatje en aan de
deurknop hangt een nep handgranaat. Op de grond naast de deur lijkt het wel een
uitdragerij. Oude werkschoenen, een oude weegschaal, een tas met koper en
ijzerdraad, een koperen emmer, een blauwe emmer met een fietspomp erin, een
zestal laarzen, een koevoet, een lange stalen pijp, een jerrycan en nog veel meer.
Malle Pietje van de serie Swiebertje zou hier zijn vingers bij aflikken. Ik roep nog een
keer hard zijn naam en bonk op de deur, ik hoor wat gestommel en hij doet
voorzichtig de deur open. Hij ziet eruit alsof hij zo uit de oudheid komt, Een
sloddervos met een flodderbroek, gescheurde kleding afgemaakt met zwarte handen
en vele muggenbulten sieren zijn gezicht. ‘Hé Harry’, en samen met hem
verwelkomen de muggen om hem heen me. Ik vraag hem waarom hij zich zo
bewapenend heeft. Hij begint te ratelen en houdt niet meer op. Ik probeer hem bij het
onderwerp te houden maar het is net alsof onze walkie talkie’s op verschillende
zenders staan. Vanuit de flarden maak ik op dat hij sluw is, dat zijn taal die hij
uitkraamt hem wapent. Dat wisselt hij af met de mededeling dat een ander leven wil
en niet kan begrijpen dat wij hem willen helpen, “want waarom zouden jullie”, zegt hij.
Trage zorg
Met alle notabelen van het dorp trachten we met vereende inzet Frans te binden.
Een kleine familie hebben we omheen gebouwd. Frans heeft een gave, hij straalt uit
dat hij een goed hart en een goed mens is. Ieder kind heeft recht op een goede
opvoeding, alleen bij Frans is het net als zovelen andere anders gelopen in zijn
wordingsproces. Frans zit op een nieuwe gedoogplek en zijn omgeving ziet eruit of er
een bom is gevallen. Hij bewapent zich nog steeds. We hebben geluk dat de
hechting een klein beetje op gang is gekomen. Hij belt, hij komt naar dagbesteding
en we mogen kennis maken met zijn geliefde familielid waar hij af en toe slaapt. En
ja, wat kunnen we eigenlijk verwachten van iemand die vanaf kinds af aan heeft
moeten overleven en zich beschermt tegen de boze buitenwereld. Het zal een tijd
duren voordat we hem, met de kleine familie om hem heen, zover brengen dat hij de

wapens neerlegt en die wapens onklaar worden. De stapjes die er nu al gezet zijn
dienen we te koesteren in de hoop dat hij een mooi en veilig plekje krijgt in 2024.
De beste wensen en een veilig en gezond 2024

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>