augustus 18, 2021 in Blog

Koningin Wilhelminalaan

Ik fiets elke ochtend om 7:15 uur van Montfoort naar de Waalstraat. Het kantoor van
FIT (flexibel inzetbaar team) van Lister. Ik ga dan via Strijkviertel waar ik sommige
stoere gasten al vroeg in de ochtend een duik zie nemen. Het is mooi om te zien hoe
deze mensen bewust bezig zijn met hun lijf en leefstijl. Ik vervolg mijn weg via de
Churchillaan en aan mijn rechterkant het park transwijk. Het voetpad wat aan het
park grenst ligt wat lager dan het fietspad. Als ik daar fiets heb ik goed zicht op de
mensen die me tegemoet komen. Altijd kom ik Frans tegen. Ik ken Frans van vroeger
toen we samen op de Havo zaten. Hij ziet er altijd strak gekleed uit. Hij loopt
kaarsrecht in een rustige tred. Op zijn hoofd een hoed die bij hem past en hem een
gedistingeerde uitstraling geeft. Aan zijn zijde een prachtige poolhond met een
veelheid aan kleuren.
Steevast steekt hij zijn hand op als hij me ziet. De rustige tred waarmee hij zijn hand
opsteekt maakt dat bij mij de associatie opkomt van, ‘die gozer zit goed in zijn vel’.
Ik vervolg mijn weg naar de koningin Wilhelminalaan. Bij het stoplicht kom ik negen
van de tien keer Karel tegen. Deze man van middelbare leeftijd intrigeert me enorm.
Hij is vaak gekleed in bruine dikke ribbroek. Onder zijn broek een paar Italiaanse
bruine lederen schoenen, die afgetrapt zijn. Daarboven een vaal overhemd en
daarover een bruine lederen jack. Zijn ruggenmerg is wat in elkaar gezakt, en zijn
hoofd hangt iets voorover. Het geeft een bijzonder beeld. ‘In zijn hand heeft hij altijd
een plastic zak. Hij maakt bewegingen met zijn bruine gelaat. In vaktermen noemen
ze dat grimassen. Zijn lichaamshouding zegt mij mogelijk iets over allerlei remmingen
en blokkades in zijn lijf. De woorden vervreemding en angst komen bij me op. Ik zie
hem staan en neem me voor dat ik elke keer als ik hem zie, hem bij de naam noem
en goedemorgen wens. Het stoplicht gaat op groen. Hij loopt sjokkend iets
voorovergebogen met zijn hoofd, waardoor het bijna onmogelijk is om gewaar te zijn
van de omgeving.
‘Goedemorgen Karel’
Hij kijkt verschrikt. Zijn hoofd gaat heen en weer zoekend waar het geluid vandaan
komt. Aan het einde van het zebrapad keert hij zich om. Ik steek mijn hand op en
fiets verder.
Ik vervolg mijn weg en fiets langs het Ceausescu- achtige Oostblok gebouw, de
Stadsbrug. Het is een nachtopvang van waaruit de mensen vertrekken. Sommigen
gaan aan het werk. Het is een optocht van hoodie’s, voorovergebogen sjokkende
mensen met stokken in hun hand die kunnen knijpen. Voor de stadsbrug is een
bushalte. Twee overleveraars zitten daar altijd een sigaretje te roken. Ze doen me
denken Statler & Waldorf van de Muppets. Elke ochtend even rust in de bushalte en
beschouwend, met zwarte humor terugkijkend hoe ze de nachtelijke avonturen weer
hebben overleefd.
Regelmatig ga ik langs in de stadsbrug. Karel verblijft hier ook. Hij wordt een
langslaper genoemd.
Op de stadsbrug heeft hij al meer dan een jaar een vaste slaapplaats. In de kantine
van de stadsbrug neemt hij een plek in van waaruit hij overzicht heeft wat er allemaal
in de zaal gebeurt. Als ik hem in de stadsbrug tref begroet ik hem steevast met een
goedemorgen. Hij kijkt me alleen even aan en dat is het.
De woorden die hij mij gunde was van ruim een jaar geleden in het griftpark. Er was
een hittegolf. Karel zat op een bankje en had zijn schoenen uit. Hij had zijn schoenen
keurig netjes naast hem neergezet. Hij was een Italiaanse krant aan het lezen. Ik liep
naar hem toe en vroeg hem of ik wat mocht vragen.

Hij keek op en zei:
‘Ga maar iemand anders helpen sociaal dametje’.
Achteraf moest ik er hartelijk om lachen. Het leek heel grappig maar het was ook
triest. Karel is een mens die woont in een verhaal en wat is dat verhaal? Hij laat hier
niks over los. Een inkijkje in zijn leven krijg je niet zomaar. Ik wil hem geen langslaper
noemen, want hij is een volwassen man met een verhaal en een naam. Per slot van
rekening stond op zijn geboortekaartje niet de naam langslaper.
Heeft Karel niet het recht om veilig en vredig te gaan slapen in zijn eigen bed? Net
als de mensen die in Strijkviertel een duik nemen, Frans met zijn hond en ik. Het is
goed dat er een nachtopvang is, maar het mag niet zo zijn dat het een thuis wordt.
Vandaag kwam ik Karel weer tegen.
‘Goedemorgen Karel’, hij mompelt wat en ik dacht te horen dat hij goedemorgen zei.

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>