augustus 18, 2021 in Blog

Column: Harry Gras

______________

__________

SCHEEPSWRAK WAT NOG KAN DRIJVEN

Om half vier komt hij binnenlopen. Hij heeft een prachtig petje op met rondom dat
petje een touwtje. Onder het petje zit een gegroefd open gezicht. Op zijn neus staat
een ziekenfondsbrilletje. Hij opent lachend zijn colbertje en op de binnenzak staat het
woord Versace. Daaronder zit hoog opgetrokken een slonzige donkerblauwe
joggingbroek. Onder de joggingbroek heeft hij een groene pyjama aan. Aan de
onderkant van de joggingbroek zijn de groene flappen van de pyjama zichtbaar.
Het is kleurrijk, het is theater. Zijn verschijning en zijn lach toveren een lach op mijn
gezicht. Hij laat met trots zijn gevonden schoonmaakkarretje zien, waar hij zijn
noodzakelijke spulletjes op vervoert.
Hij komt meteen naar me toe. Door zijn verzwikte enkel loopt hij wat moeizaam. Hij
laat me de veldkijker zien die in een prachtige koker zit. Aan de koker zit een
bloemetje genaamd blauw druifje. Hij legt uit dat minstens drie ondergrondse rivieren,
gelegen aan de zwarte zee, hun afval vanuit de Balkan terug linksom zo de zwarte

zee instorten, daarom is die zee zo giftig en diep daaronder in, dat niemand durft te
duiken of te zwemmen.
Ik zeg: “kom naast me zitten we gaan een column schrijven. Wat moet de titel
worden?”
Zonder na te denken antwoordt hij: “Scheepswrak wat nog kan drijven”. Ik hoef niks
meer te vragen. Hij begint zijn betoog naast me. Ik moet af en toe de handrem
aantrekken, want anders begrijp ik hem niet meer. Hij gaat maar door zonder pauze.
‘Ik (KPUC) gefingeerde naam, ik ben begonnen als zwerfkind, wat in de natuur is
opgegroeid. Ik heb mezelf een aantal dingen geleerd, onder andere geweldloos
stropen en auto’s maken. Vroeger zat ik altijd in de boeken. Zware boeken over
psychologie, vanaf mijn 13e kreeg ik dat soort boeken in mijn handen gedrukt.
In mijn jeugd was ik zo sterk als het koperen kanon. Dat moet je er echt inzetten want
dat is heel belangrijk voor me.
Het scheepswrak was toen een aftands schuitje dat ik zelf heb opgeknapt en ik heb
mezelf leren varen.’
Het scheepswrak nu?
‘Ik zit nu in zwaar weer, ik heb een posttraumatische stress stoornis. Ik heb een
bekeuring gekregen, de politie zit me op de hielen en mijn bankpas is weg. Ik ben
dakloos, Het stapelt maar op. Ik ben op, ik trek het niet. Ik schijt je emmer vol, dat
betekent dat ik met woorden ga schieten en ze verstaan me nooit goed. Niemand,
wie er ook tegenover me staat.
Wat me nog drijft is de liefde voor muziek, mijn grootste liefde van heel mijn leven
genaamd 74 (zijn geliefde) en de aankomende levende tweeling.’
Ondertussen vraag ik, heb je al gegeten? Hij zegt nee en is minimaal een etmaal
wakker, hij kreunt, last van zijn rug. Ik maak een heerlijk boterham voor hem klaar
met oude kaas.
Waar wil je over 1 jaar zijn?
Thuis?
Thuis is rust, vrede en liefde en een echt huis.

Waar ga je vanavond slapen?
Ik zie het wel, ik weet het niet.
Een zegen en goed contact
Op mijn fiets terug naar huis, denk ik wat een zegen is het toch dat er van deze
mooie markante paradijsvogels zijn. Hoe is het mogelijk dat deze man van de
professionele zorginstellingen de titel krijgt van ‘zorgmijdend’ persoon en het ze maar
niet lukt om goed contact met hem te krijgen.
Ik kan er met mijn pet niet bij!
Harry Gras is sociaalpsychiatrisch verpleegkundige bij het FIT team Lister. FIT wil
met praktische en persoonlijke hulp een oplossing zijn voor zowel zorgverlamming
vanuit de hulpverleners als de zorgmijding vanuit cliënten. Harry is zich ervan bewust
dat hij misschien voor twee procent invloed heeft op iemands leven. Maar hij wil alles
uit de kast halen om de verbinding aan te gaan en zijn medemensen een duwtje in
de rug te geven, zodat die weer hun eigen route kunnen volgen.

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>