Op onze stalen ros reden we naar de plek waar hij vaak te vinden was. Zijn veilige haven was een garagebox. Zijn zwarte terlenka broek, strakke shirt, zwarte puntslofjes en gitzwarte haar maakten een onuitwisbare indruk. Zijn aura voelde aan als een magnetisch veld. De terlenkaman hoefde zichzelf niet te introduceren, want bij onze eerste ontmoeting stond hij al verhalen te orakelen die ongeloofwaardig leken. De toon kon mateloos hard en dreigend zijn, of juist vederlicht. Hij had een vastomlijnd plan en deed daarin geen enkele concessie.
Machteloosheid
Zijn avontuur begon jaren geleden. Hij miste zelfkritiek, was mateloos in alles wat hij ondernam en hij kon het wenselijke niet onderscheiden van het uitvoerbare. Toch liep hij op een dag een pakhuis binnen waar ze mensen wegstoppen. Hij twijfelde totaal niet aan zijn eigen begaafdheid, het was meer dat zijn lakeien uit de buitenwereld hem erop attendeerden dat hij oncorrigeerbare dwalingen had in zijn denken. De toverstok van de acute crisisdienst zorgde er met één zwaai voor dat hij naar een ander zwaar pakhuis ging. Ze zouden het daar wel even fixen.
Een onmogelijke opgave, want hij kon niet anders dan gewoon zichzelf zijn en hij had een wereld geschapen die van hem is. Hij orakelde in zijn grenzeloosheid dat Nederland niet zijn wereld is. Zijn wereld is elders, in het Oosten. Linksom of rechtsom zou hij daarheen gaan. Zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn moeder hield hem nog enigszins tegen. Zij moest ook mee.
Na een week of drie hadden ze hem vanwege een vorm van machteloosheid de wijde wereld weer ingestuurd. De omzwervingen begonnen en overal werd hij vanwege zijn unheimische en naar aanvoelende aura weggestuurd. De stad was in rep en roer. Zijn uitspraken zorgden ervoor dat de knappe koppen meerdere malen tezamen moesten komen in een ‘veilig huis’. Zij besloten dat er nog maar één mogelijkheid was om de terlenkaman en de stad te redden.
Het magische gevoel
We bliezen de hoorn en lieten de postiljon komen om de terlenkaman op te halen. Die postiljon bracht hem naar een gebouw met een psychotische bouwstijl. Daar eenmaal binnen, moet je een soort Houdini zijn om te ontsnappen. Zijn gedachtegang stopte niet, maar de stekker werd er wel uitgetrokken. Het gif dat in hem werd gespoten deed zijn verwoestende werk te goed. Zijn aura en magnetisch veld stroomden uit hem weg. Het kwijl liep uit zijn mond en de trage motoriek raakte je tot diep in je ziel. Het enige wat overbleef was het dierengedrag. Heen en weer teruglopen, heen en weer teruglopen. De lust om zijn terlenkabroek aan te trekken was naar de Filistijnen. Toch deed hij geen enkele concessie aan zijn plan, en ook nu werd hij heengezonden. Het was genoeg geweest. Na de uitsluiping van het gif uit zijn lichaam, kreeg de terlenkaman weer het magische gevoel.
Hij liet ons weten dat hij er genoeg van had om steeds als gevangene te worden weggevoerd. Hij nam het voor lief dat zijn moeder niet mee wilde. Zijn moeder gaf hem de zegen en dat was het teken om aan zijn wonderbaarlijke avontuur te beginnen. Hij ging als één van drie wijzen naar het oosten. Zijn aura werd vermaard, want ver weg, waar hij was neergestreken, gingen ook al gauw de alarmbellen rinkelen. Ze vroegen daar zelfs of we ze konden helpen, want hoe moesten ze hiermee omgaan? Twee lakeien stonden al klaar om af te reizen. De generaals van het pakhuis grepen in, want deze absurde gedachtegang werd zelfs hen te gortig.
De lach
Tijdens de pauze van de bemoeizorgopleiding van de Rinogroep Utrecht komt mijn ex-collega Joep binnen. Hij begint te ratelen en vertelt dat de terlenkaman contact met ons wil. Via beeldbellen krijgen we hem te pakken. Hij ziet onze gezichten en schreeuwt onze namen. Hij lacht van oor tot oor. Vanwege het rumoer in de kantine kunnen we nauwelijks horen wat hij zegt, maar de lach blijft op zijn gezicht staan. We vernemen dat hij nu in een warm oord zit.
In het boek De wonderbaarlijke avonturen van Baron von Münchhausen, schrijft Godfried Bomans in het voorwoord het volgende:
‘Wanneer ik psychiater was, zou ik de mensen niet van hun fouten afhelpen. Ik zou zeggen: goed, dit zijn uw gebreken en nu: wat doet u ermee? Er zijn maar weinige vormen van creativiteit, die op een surplus berusten. De meeste wortelen in tekortkomingen. Wie zich werkelijk verdiept in de levens van hen, die op deze aarde iets gepresteerd hebben wordt telkens getroffen door het verschijnsel, dat de eigenlijke kracht van die mensen een gebrek geweest is, dat tot een kwaliteit werd omgebogen. En hoe dieper men kan zinken, des te hoger men stijgen kan.’
Raspe, de schrijver van dit boek, had enorm veel tekorten en simuleerde al zijn overdreven verhalen. En zie, het is een vermaard boek geworden dat nu al 200 jaar bestaat.
De terlenkaman vertelde toentertijd met een stalen gezicht aan eenieder die het wilde horen zijn verhaal in de stad. Hij werd hierdoor ook vermaard. Hadden we mogelijk niet veel eerder naar hem moeten luisteren en gehoor moeten geven aan zijn verhaal en plan? Maakte het uit of hij overdreef of simuleerde? Hadden we onconventioneel een crowdfund actie moeten starten om hem eerder aan zijn avonturen te laten beginnen? Was het pad van dakloosheid, familieproblemen, psychiatrie en justitie dan te voorkomen geweest? Is het wel de moeite waard geweest voor hem en de stad?
Ik weet het niet, want de waarheid in de psychiatrie bestaat niet. Wat ik wel meen te weten is dat de lach van de terlenkaman echt was. De lach die oxytocine aanmaakt. Ook wel het gelukshormoon genoemd. Zijn lach symboliseert in dit geval geen aura van negativiteit of dreiging, maar gevoelens van plezier en vriendschap.
En zijn moeder? Moeder zegt vanuit liefde: ‘Jochie blijf maar lekker daar, pas goed op jezelf en als jij gelukkig bent, ben ik het ook.’