Op 14 januari nam Frans Linssen contact op met mijn maat Rokus Loopik. Frans vroeg het volgende: “Hallo meneer Loopik, we zijn bezig met het opzetten van een zorgcentrum voor dakloze jongeren. Daarvoor hebben wij donateurs, investeerders en sponsors nodig. Kan en wil je daar een podcast over maken?”
Frans appte verder dat het daklozenprobleem steeds groter aan het worden is. Uit huis geplaatste kinderen worden maar tot hun 18e begeleid, daarna komen ze alleen te staan. Frans wilde graag met zorgpartijen gaan samenwerken en reclame maken voor zijn nieuwe initiatief. We appten terug dat de kantelcast geen reclamezuil is. Maar Frans kwam zo overtuigend over dat we hem het voordeel van de twijfel gaven.
Naar Frans
Samen met Karel, een ervaringswerker, reden we naar Frans. Frans woont in Eindhoven. Hij stond ons al op te wachten. Hij zag er strak uit. Haren achterover gekamd en met een mooi Brabants accent. Hij gaf ons gelijk een boekje waarop stond: ’t Kei Huis. Dat betekent: kom erin! Hij zegt: “Dat zeggen ze altijd in Brabant als iemand aan de deur staat. Kei staat voor het bouwen van huizen.”
Frans woon sinds oktober in een prachtige bejaardenflat waar zijn ouders ook wonen. Hij is daar zomaar terecht gekomen. Hij had erop gereageerd en heeft ongezien ja gezegd, alles beter dan in een bosje slapen.
Frans Linssen is 49 jaar. Hij komt uit Eindhoven en is drie jaar dakloos geweest. In die tijd heeft hij de ervaring opgedaan dat daklozen niet zo goed worden geholpen. Hij vindt dat het beter kan en beter moet. Daarom heeft hij een een plan geschreven, met name voor de dakloze jongeren.
De regeltjes van het Rijk
Hij is drie keer dakloos geworden doordat hij geen papieren kon overhandigen. Hij moest bankafschriften laten zien, ook van mensen bij wie hij een lening had. Hij vond dat veel te ver gaan. Zijn privacy is zeer belangrijk voor hem, maar die van de mensen die hem steunen al helemaal. Daarom stopten ze tot drie keer toe zijn uitkering. Bij de woningbouw kreeg hij geen uitstel en zo werd hij tot driemaal toe dakloos. Hij vertelt er ook bij dat het voor een stukje zijn eigen schuld is. Maar hij blijft erbij dat je niet goed wordt geholpen in Nederland. Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd en als je twee of drie maanden geen huur betaalt, lig je er gewoon uit. Hij vindt dat niet rechtvaardig.
Frans is opgevoed in een vrij gezin. Hij heeft twee broers. Frans voetbalde altijd op straat. Hij was altijd bezig met voetbal en school. Hij leefde in een ruige buurt en daar heeft hij mensen zien overlijden aan drugs en hij maakte overvallen mee. Daarvan distantiëerde hij zich. Als hij daaraan terugdenkt, dan wilde hij dat hij veel eerder was begonnen met dit project.
Lang is hij schoonmaker geweest. Hij zat vooral bij het technische gedeelte, zoals airco’s schoonmaken. Daarna werd hij dakdekker, dat heeft hij een aantal jaar gedaan om vervolgens voor zichzelf te beginnen. Hij liet zich tien jaar lang inhuren als klusjesman. Daarna is hij thuis komen te zitten door psychische en lichamelijke klachten. Toen werd het moeilijker. Een uitkering aanvragen, dat duurt weer een tijd. Hij had de pech dat hij acht maanden moest wachten voordat hij zijn uitkering kreeg.
Frans komt weer terug op het Rijk. Hij vindt het onrechtvaardig hoe ze met de mensen omgaan. Hier in Nederland mag je wel uit je appartement gezet worden, maar niet op straat. Ze zijn verplicht de mensen op te vangen en een andere woning te geven. Daar steekt het bij Frans, want dat doet de gemeente niet. Ook niet in zijn geval.
Op straat
Hij weet het nog als de dag van gisteren, hij stond voor het eerst op straat. Hij durfde het niet tegen zijn omgeving te zeggen en dan kom je gewoon op straat te liggen. “Meestal raak je dan verslaafd aan de alcohol of drugs of je gaat mensen overvallen. Alleen ik ben niet de mens om in een hoekje te gaan zitten huilen of mensen te gaan overvallen en aan drugs heb ik een hekel en drank daar ben ik mee gestopt.” Frans begon met zijn plan. Dat is zijn houvast geworden. Zijn missie. Het is niet makkelijk om dakloos te zijn. Je moet gewoon sterk in je schoenen staan en dat heeft hij gedaan.
Hij was al bezig met zijn plan toen hij een gehandicapte man leerde kennen. Deze man werd op straat gezet na het overlijden van zijn vrouw. Hij kon de vaste lasten niet meer betalen en Frans probeerde hem een beetje te begeleiden. Ook hij werd van het kastje naar de muur gestuurd. Deze gehandicapte man sliep gewoon buiten.
Op een gegeven dag werd Frans gebeld door een verpleegster van het ziekenhuis, of hij langs wilde komen, want de man vroeg naar Frans. Daar vroeg de man of Frans wilde beloven dat hij zijn plan gewoon zou doorzetten. Frans beloofde het. Belofte maakt schuld en een dag later overleed de man. Dat maakte Frans vastbesloten om door te gaan.
Sinds hij met de regeltjes van het Rijk en de gemeente te maken krijgt, wordt hij ook steeds bozer. Daarom is hij nu zo venijnig om ‘t Kei Huis te gaan opzetten. Toen hij voor het eerst dakloos werd is hij al begonnen met het schrijven van het plan. Hij doet het voor de dakloze jongeren, want die gaan al gauw de criminaliteit in. Dat wil hij voorkomen. Jongeren zijn vatbaar en die wil hij echt helpen, die kunnen nog iets met hun leven doen en daar hebben ze hulp bij nodig. Uiteindelijk wil iedereen toch wel een eigen plekje hebben en een normaal leven.
Het plan van Frans
“‘T Kei Huis staat voor kom erin. Wij willen de jongeren op wlz- pgb- en wmo-basis een appartement studio geven. Wij gaan elke client individueel begeleiden. We worden een soort maatje. We geven ze niet het gevoel dat ze in een instelling zitten. We gaan ze op hun eigen tempo begeleiden. We willen ze ook dagbesteding bieden, ook op hun tempo of wanneer ze zin hebben. Ze kunnen bij ons met dieren gaan werken of wandelen of verzorgen of kunst of muziek maken. De bedoeling is ook dat ze weer een goede band met de familie krijgen.” Dat laatste is voor Frans het belangrijkste. “Zijn ze er klaar voor om de grote wereld in te gaan, dan zorgen wij dat ze werk en een sociale huurwoning krijgen. Natuurlijk mogen ze hun dieren houden.”
Zelf had Frans twee hondjes, Chico en Bobbie. Die heeft hij alletwee moeten afgeven toen hij de hulpverlening inging. Data moet veranderen, zei hij tegen zichzelf. “Dat heeft me geraakt en ik ben er alleen maar sterker door geworden. Wat je meest lief hebt ga je toch niet afpakken!”
Frans heeft sponsors en investeerders en twee adviseurs. Hij heeft ze op de social media leren kennen. Eén zorgt voor de zorgpartijen en de andere doet het zakelijke gedeelte. Hij heeft daar
veel steun aan en ze zeggen dat hij gewoon moet doorgaan en niet moet loslaten. Het plan is vrij groot en hij wil erin blijven geloven.
Hoe het eruit gaat zien
Frans heeft een boerderij op het oog, daar kunnen ze beginnen met zes woningen. De huidige eigenaar had al twee woningen, maar moest stoppen van de gemeente omdat hij geen vergunning had. Frans wil uiteindelijk uitbreiden naar 25 of 30 appartementen. De dagopvang moet naar 30 mensen per week.
Frans vindt het normaal om voor dit plan hulp te vragen, wat hij normaal niet doet. Hij geeft liever dan dat hij krijgt. Zo zit hij in elkaar. Het is een cadeautje voor hem om dit doen en iets vragen moet je leren. Hij vindt het moeilijk, maar hij doet alles voor zijn belofte. Naast zijn belofte is er bijna geen ander leven. Hij heeft wel een vriendin en twee stiefkinderen, maar verder is hij alleen bezig met het project. Het voelt voor hem of dat hij getrouwd is met het project en de belofte blijft in zijn geheugen zitten.
Volhardend
Frans zegt meermalen: “Het plan gaat er komen, linksom of rechtsom, het plan gaat er komen.” Voor het eind van jaar, zegt Frans, staat dat zorgcentrum er.
Tijdens het gesprek heb ik wel mijn bedenkingen. Oprah Winfreh zegt dat je daar vooral naar moet luisteren. Maar dat heb ik niet gedaan. Want Frans heeft zo’n houvast aan zijn plan. Het is een reddingsboei voor hemzelf en die wil hij ook uitgooien naar de jeugd. Hij heeft een belofte gedaan.
Dan doen mijn bedenkingen er niet meer toe.
http://hetkeihuis.nl/
info@keihuis.nl
frans.linssen73@gmail.com
De podcast is binnenkort te beluisteren.