Het is voor mij de gewoonste zaak van de wereld om personen ‘met geleefde ervaring’ mee te nemen als ik les ga geven. Zo gaan er mensen mee die geen veilige plek hebben en op straat wonen, personen die om voor hen goede reden de zorg niet passend vinden.
Het kan ook om familieleden gaan, die vertellen wat voor impact het heeft als hun zoon, dochter of broer een psychiatrische gevoeligheid heeft en wat dat betekent voor het gezin en de familie. Zo zijn er meerdere moeders die samen met mij les willen geven. Allemaal zeggen ze dat ze van meerwaarde willen zijn. En dat zijn ze, doordat ze hun ervaring delen. Ze vertellen wat de psychiatrische gevoeligheid of de dakloosheid van hun zoon of dochter voor hen betekent. Wat voor impact het heeft als je geen passende zorg voor je dierbare kunt vinden. Ze vertellen hoe het lichamelijk, geestelijk op hen doorwerkt en wat voor effect dat heeft op de verhoudingen binnen het gezin.
Julia
Vaak komt het ineens in mij op om iemand mee te nemen die haar ervaring kan delen bij de les die ik ga geven. Hoe dat komt? Ik weet het niet. Dit keer was het niet anders. Zondagavond belde ik Julia. Julia reageerde meteen enthousiast en ik had het geluk dat ze een vrije dag had omdat er een paar afspraken waren afgezegd.
“Wat leuk, Harry, dat je belt, ik kan morgen wel, laten we er een mooie dag van maken. Wat gaan we eigenlijk doen?”
“We gaan lesgeven aan gezinscoaches in Den Haag. De gemeente investeert in de gezinscoaches en willen dat ze getraind worden in het vak bemoeizorg. Dit keer gaat het over wat het doet met een gezin als er veel complexe problemen spelen, wat dat doet met de verhoudingen binnen het gezin. En niet te vergeten wat is het verhaal dat men de deur dichthoudt en de zorg vooralsnog niet wil ontvangen. Ik haal je op.”
“Bel me even, want mijn deurbel is nog steeds stuk.”
Julia is een 55-jarige vrouw. Ze heeft twee zonen van 33 en 25 jaar oud. Ze zegt het volgende over haar zonen:
“Harry, het zijn twee schatten met een bijzondere gebruiksaanwijzing.”
Julia heeft veel meegemaakt in haar leven en als ze erover begint te vertellen typeert ze dat soms als een blablabla-verhaal. De kracht van haar humor is haar reddingslijn en ze voegt eraan toe: “Je moet alles niet zo serieus nemen.”
Enige zelfspot is haar niet vreemd en ze heeft de bereidwilligheid en de gave om samen met de cursisten haar verhaal te onderzoeken.
Een andere gave is dat ze graag praat, maar dat zegt ze er altijd direct bij: “Als ik te veel praat moet je het zeggen hoor.” Het grappige is dat de woordenvloed dan al een tijd bezig is. Ik kan er smakelijk om lachen, omdat wat ze zegt doorspekt is met humor en dat wat ze zegt hout snijdt.
Julia en kerst
We deden een woordspelletje: Als je december hoort, waar denk je dan aan? We zeiden tegelijk: KERST. Ik vroeg aan haar hoe vroeger bij haar thuis kerst werd gevierd?
“Harry, toen ik klein was werd bij ons altijd uitbundig kerst gevierd. Ik had twee zussen. Ik was de middelste. We maakten kerststukjes en gingen met z’n allen de kerstboom optuigen. We hadden altijd een prachtige kerstboom met echte kaarsjes. En onder de kerstboom een emmer water met een natte spons. De kerstster aan de deur hangen en de avondmis in de kerk. We moesten mee en ik weet nog goed dat we niet konden wachten op de chocolade kerstkransjes die we aan het eind van de mis kregen. Uitgebreid eten met de familie die op bezoek kwam, zoals opa en oma. Ik vond het een feest, want ik kon goed met opa en oma. Mijn vader was huisarts en kreeg altijd kalkoenen van zijn patiënten. Elk jaar hadden er wel een stuk of zeven. We gaven ze altijd weg en hielden er één zelf. Ik vond het altijd wel heel zielig, die stumperd, om hem te zien liggen op die grote tafel met zijn pootjes omhoog. Ik denk dat ik daarom vegetariër ben geworden. De wandelingen in de bossen, de spelletjes die we speelden. Scrabble, Mens erger je niet en, o ja, Monopolie. Ik mocht één keer de bank zijn en daarna nooit meer. Toen ik de bank had was ikzelf de grootste boef, ik lichtte de zaak op en ging nooit failliet. Ik vond het prachtig.
Je raad het al, één keer was er paniek in de tent, boom in de fik, de spons en de emmer was toch niet zo’n gek idee. Het gebeurde wel allemaal op de eerste kerstdag. Mijn moeder vond de tweede kerstdag namelijk commerciële onzin. Nou schiet me wel iets te binnen wat ik vreselijk vond. Ik moest samen met mijn twee zussen een klein kerstconcertje geven. Dat was geen vrije keus. Mijn zussen speelden de cello en viool en ik de altblokfluit. Vreselijk! Ik zie ons nog staan in die opgedirkte jurkjes en, Harry, geloof me, het was echt geen vrije keuze. Ik wilde helemaal geen blokfluit spelen. Ik wilde een elektrische gitaar en dan lekker rammen. Je begrijpt wel, dat niet mocht.
Gek eigenlijk, gisteren zat ik met mijn jongste zoon in de trein naar Rotterdam. We gingen naar de schouwburg om naar mijn oudste zoon te kijken. Ik vroeg aan mijn zoon, terwijl hij een boek aan het lezen was, wat kerst voor hem betekende? Hij vertelde dat hij het een mooi christelijk feest vindt, een tijd van nadenken, nadenken over het leven. En hij vertelde dat hij rust heeft en blij is met de mensen die hij nog om zich heen heeft. Ook gaf hij aan dat hij blij is dat alles op orde is en dat hij een fijn huis heeft.”
Geen blabla
Ik zeg dat ze dit mooi verwoordt en ze neemt meteen het gesprek weer over.
“Ja, en wat een geruststelling, wat een zegen. Er zijn tijden geweest, dat ik niet had gedacht dat dit ooit zou gebeuren, dat hij zoiets zou vertellen. Het maakt me gelukkig en het doet me meteen denken aan de woorden die hij eerder had gezegd: ‘Ma, we zijn er nog.’
Hij is positief en dankbaar, het is ontroerend. Ik had dit nooit verwacht na de jarenlange dakloosheid en psychische problemen van hem. Ik heb jaren achtereen met de kerst in de kerk gezeten om te bidden voor zijn herstel, geluk en gezondheid, terwijl ik niet wist waar hij was. Niet dat ik zo christelijk ben maar: ‘Honger leert werken en nood leert bidden’.”
Julia, dit is geen blabla, dit ontroert me echt.
Na de training aan de gezinscoaches stappen we samen weer in de auto. Ik hoef geen vragen te stellen, want bij Julia draait de motor op volle toeren na de heerlijke training.
“Ik ga mijn oudste zoon straks bellen, want door het gesprek met de gezinscoaches ben ik erachter gekomen dat ik gisteren te kort door de bocht heb gereageerd op de app die hij me stuurde. Ik heb hem niet de erkenning gegeven die hij verdient.”
Wat vond je zo fijn aan deze training?
“Wat ik zo fijn vond aan vanochtend? Dat deze gezinscoaches meedachten over mijn systeem en mij hebben laten inzien dat ik terug kan komen op die app die ik heb verstuurd. Het is samen leren en er werd niet met het vingertje gewezen. Leren zonder oordelen. Heel bijzonder.”
De kerst dit jaar?
“De afgelopen jaren heb ik geen kerst gevierd met mijn beide zoons. Ik heb alleen kerst gevierd met mijn jongste zoon en we maakte vaak reisjes. Dit jaar wil ik het anders doen. Ik wil het met elkaar vieren, met een boom met lichtjes, en kerstkransjes en aan de deur een kerstster. Zo deed ik het vroeger ook toen ze nog jong waren. Ik ga dat doen. En o ja, de cursisten zeiden: ’van jouw verhalen kun je een boek schrijven’. Ook dat ga ik doen, van betekenis zijn voor een ander is toch het mooiste wat er is.”