In de vorige straatkrant las ik hoopvolle zaken over het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid’. Een ambitieus plan om in 2030 het fenomeen dakloosheid te hebben uitgebannen. Nadat ik het had gelezen was ik wederom verheugd over de plannen om het tij te keren en de handtekeningen die door belangrijke mensen onder het document werden gezet.

Dat verheugde gevoel had ik ook eind jaren 90. Dat waren de jaren van ‘de tunnel’. Wethouder Hans Spekman en de leiders van de grote instellingen sloegen de handen ineen. Ze hadden samen met de lokale partijen de dakloosheid en daarbij horende problematiek tot prioriteit nummer één verheven. Het kon niet zo langer, dit was onmenselijk. Het plan dat toen werd gepresenteerd heette geloof ik:’ Iedereen onderdak, niemand hoort op straat’.

Ik liep in die tijd zelf op straat en in ‘de tunnel’. Wat daar plaatsvond was een vorm van ontmenselijking en, sorry voor het woord, de mensen waren aan het ‘verbeesten’.

Stuwdam

De afgelopen periode heb ik met meerdere teams mogen meelopen die mensen bedienen die uit koers zijn geraakt en die alle ballen niet meer in de lucht kunnen houden. Tijdens de periode dat ik met die teams had meegelopen kwamen er meerdere gedachten en vragen bij me op.

Ik had de gedachte van een stuwdam. Het stuwmeer achter de dam wordt alleen maar voller en het gevoel knaagt dat de dam al aan het doorbreken is. De medewerkers van de instellingen zie ik uit alle macht proberen het gat te dichten. En hoe hoopvol ik ook ben, dat gat lijkt alleen maar groter te worden. Ze worden overspoeld. Kan het zijn dat de snelheid waarmee dakloosheid groeit vooralsnog niet in te halen is?

Het water dat door de gaten van de stuwdam stroomt roept vele vragen op. Het doemdenken kan zomaar wortel schieten. Iets wat ik weiger te laten gebeuren.
De vragen die in me rondzingen tracht ik zo goed mogelijk hieronder weer te geven. Mijn verontschuldigingen als ik iets niet goed weergeef.

Waarom gaat de nachtopvang bij de koudweerregeling open en dicht in de winterperiode?
Ik sprak met Roxan Dixon. Zij is 8 jaar teamleider van de nachtopvang in Vlaardingen. Ze zegt;’ ik begrijp er niks van, dan gaan we weer dagen open en dan is het boven nul en gaan we weer dicht. Weer ‘nee’ verkopen, ik kan er niet meer tegen.’ 
Waarom is dat, vraag ik haar en ze vertelt: ‘Ik zou het echt niet weten, het zal wel weer met geld te maken hebben? Ik word er moe van en het lijkt wel of ik er steeds lichtzinniger mee omga om mezelf te beschermen.’

Net zoals voorheen heb je nu ook prachtige projecten, zoals Living Lab, Housing First, Onder de Pannen en dergelijke. Maar er lijkt ook een tegenpool te ontstaan, van beheersing en controle door de zorginstellingen. Het lijkt er zelfs op dat de zorginstellingen angst hebben om mensen met een smet aan te nemen. Het lijkt erop dat ze door een steeds strengere controle moeten. Mensen met meerdere problemen, de controle lijkt vergelijkbaar met een koffer die door de scan gaat op Schiphol. Zou het zo kunnen zijn dat mensen die door omstandigheden, drugs, psychiatrische of gedragsproblemen hebben ingelust om te overleven nu steeds meer op controle en beheersbaar gerichte zorginstellingen tegenover zich hebben staan?

Ik liep mee in Amsterdam met HVO Querido, een team met veldwerkers, dat geweldig werk doet. Toch zijn uitdrukkingen als ‘begeleid zwerven’ en ‘achteraan aansluiten’ al normaal voor hen. Dezelfde tendens is ook te zien bij Stadsteam Backup in Utrecht, waar je aan kunt kloppen als je dakloos bent. Daar wordt gestart met het checken van de binding. Is er geld in kas voor een enkeltje terug?
En bent u überhaupt wel rechthebbend?

Wat betekent dit voor de medewerkers? Is dit niet een onmenselijke opgave? Het mag toch niet zo zijn dat je wordt ingezogen en vermalen in dit complexe systeem?
En voor uw uitkering en briefadres moet u drie adressen overleggen? Mensen zijn al zo blij dat ze bij één iemand terecht kunnen. 
En bent u dan geslaagd, dan krijgt U als klap op de vuurpijl te horen dat de nachtopvang vol is. Het is elke dag een puzzel voor het team om te zien waar en voor wie er een bed vrij is. 
En hoe zit het dan met de marginale huisvestende personen die hoppen van bank naar bank? Slapen in een garagebox, bivakkeren in een auto of slapen in een tent of caravan? Mensen die niet in zicht zijn? Die niet de opvang in willen. “Ja, blijf maar in de auto liggen, is dan vaak het antwoord. In hun positie zou ik ook in de auto blijven liggen.

Heb je dan toch een beetje geluk deze winter dan vriest het, want dan is er voor iedereen een plekje vrij in de Stadsbrug.
Maar het wordt ook ingewikkelder. Als het niet meer vriest, mag je als EU-burger wel in de Stadsbrug slapen, maar je dient wel weer de scan te ondergaan. Je dient namelijk voor een commissie te verschijnen om je kwetsbaarheid aan te tonen. 
Ik wil een dak boven op mijn hoofd, omdat ik een veilige plek wil, omdat ik verslaafd ben? Ik wil graag een behandeling en dat kan niet omdat er geen veilige plek is. 
Bij al deze vragen komt het gevoel van vervreemding bij me op. Waarom? Ik weet het niet?

Niemand is geboren om dakloos te worden

Is de aarde niet van iedereen? Zijn we niet allemaal rechthebbende? Rechthebbend betekent: ‘Iemand die wettig aanspraak maakt of kan laten gelden op’?
Als al deze omstandigheden bij elkaar komen lijkt het wel op een stuwdam die op doorbreken staat. De stuwdam is al doorgebroken. Zien we het gevaar nog wel? 
De omstandigheden lijken nu slecht genoeg te zijn voor de mens met al de crisissen. Het enige wat overblijft voor de onderlaag, en de middenlaag komt er ook aan, is dat de mens gedoemd is tot alleen maar overleven: als je elke dag voedsel bij elkaar moet scharrelen en dak boven je hoofd moet zoeken dan kom je niet aan een nieuw begin toe. De mens is toch niet geboren om dakloos te worden? We worden nu met alle veranderingen en grote problemen op de proef gesteld. Het rijke westen waar we alles hebben is er een steeds grotere kloof tussen arm en rijk. Hoe weerbaar zijn we? Hoe gaan we om met tegenslag? Hoe gaan de medewerkers van de instellingen om als ze dagelijks ‘nee’ moeten verkopen of keuzes moeten maken, die eigenlijk niet te maken zijn, omdat er te weinig slaapplaatsen zijn? Hoe gaan we het verkopen aan die mensen die juist een veilige plek nodig hebben, omdat hun innerlijke kompas is zoekgeraakt?

Mogelijk is er vorm van decadentie, lichtzinnigheid en zelfzuchtige gedrag ontstaan, omdat we alles hebben en kunnen krijgen. Het lijkt op een vorm van ontmenselijking? Tsja en dat valt nu even tegen, want het zit tegen?
Ik heb het aan den lijve ondervonden, mijn vrouw en ik kwamen terug uit Oeganda waar we drie maanden ondergedompeld zaten bij een gezin. We ondersteunden daar een project. Tijdens ons verblijf daar hebben mijn vrouw en ik menig discussie met elkaar gevoerd. Het gesprek ging over: hoe ver zijn we van onszelf verwijderd? Zijn we van onszelf aan het vervreemden? Moeten we niet opnieuw gaan landen? Na het verblijf in Oeganda hadden we last om hier weer te aarden, ondanks dat we alles hebben. Of is het omdat we alles hebben? Ik had last van de overconsumptie, de klagende houding en het negatieve gedrag, het korte lontje, iedereen die druk en gehaast is, de targets moeten gehaald worden. Het leek alsof de mensen in een ‘ik cocon’ zaten. 
We waren daar ondergedompeld in warmte, intimiteit, vriendschap en liefde. Het stamleven. Ze investeerde in de relaties. Bij aankomst werden we eerst voorgesteld aan alle buren en kregen speciale namen. We werden opgenomen.

Hoopvol

Ik heb de wijsheid niet in pacht en ik heb dus ook geen snelle oplossing voor de epidemie ‘dakloosheid’. Ik heb ook niet de antwoorden op alle bovenstaande vragen. Wat ik wel weet, is dat ik voor de tweede keer opa ben geworden, en te meer besefte bij het zien van het kleine fragiele wezen, dat we in een permanent wonder leven. Als ik alleen al denkt aan de geboorte en hoe het mogelijk is dat alle organen werken en met elkaar samenwerken. Dat is toch een wonder? 
Wij mensen zijn in staat tot geniale uitvindingen en zijn in staat om veranderingen teweeg te brengen. Wij mensen kunnen iets achter ons laten en opnieuw beginnen. We kunnen ons afvragen of het niet anders kan of moet. Eigenlijk kunnen we nu al met elkaar besluiten dat we het morgen faliekant anders gaan doen. Wij hebben creatieve en cognitieve vermogens en kunnen de loop van dingen ten goede veranderen.
Een extra duw voor de veranderingen zijn alle crisissen. Een crisis is soms nodig om uit je regelmaat te komen en dingen anders te gaan doen. Om dingen vanuit een ander perspectief te gaan bekijken. Het is een vorm van resetten. Het is een kans om het anders te gaan doen. Denken dat we alles onder controle gaan krijgen of risico’s kunnen uitsluiten is toch echt wel een illusie.

Ik ben in ieder geval flink geschokt door de toename van de dakloosheid. ‘Nu is het hij/zij en morgen ik’, het moet anders!
Ik hoop dat ik dat het trotse gevoel weer krijg van toen de visionairs (leiders) samen de tijd namen met elkaar om het Utrechtse Plan te bedenken, en ervoor te zorgen dat we mensen van de straat konden halen. Dat is toch wat anders dan de managers van nu. Zijn ze meer bezig met de regelzaken van gisteren en vandaag? Wat maakt dat het nu niet lukt, ondanks de goede intenties? Nemen we wel de tijd en ruimte om echt de dialoog met elkaar aan te gaan? Het is toch niet alleen maar geld waar het om draait? Waarom is het niet prioriteit nummer 1? De samenhorigheid is er wel. Ik ervaar dat zelf in mijn 40-jarige werkzame leven in de openbare geestelijke gezondheidszorg. Datzelfde gevoel was ook voelbaar bij het Congres Aanpak Dakloosheid.
Ik verlang terug naar het moment dat we allemaal in het Utrecht stadion zaten met alle partijen uit Utrecht en de handen ineen sloegen. Ik was oprecht trots, trots dat ik een onderdeel mocht zijn van het Utrechtse Model.

Kanteling

Ik hoop dat we teruggaan naar de bron en investeren in vriendschap, warmte, intimiteit, liefde, spiritualiteit, geloof en betrokkenheid en dat we stoppen met steeds meer roofbouw op onszelf en de omgeving, de stress van de ratrace. Nu is het moment om te investeren in wat ons gelukkig maakt.
De hoop dat we de welvaart gaan verdelen en eenieder een rechthebbende is. In ieder geval op een veilige plek. Het mooie van het wezen de mens is dat wij een onderdeel zijn van de natuur en de keuze kunnen maken om ons af te stemmen op de natuur. Wij als diersoort zijn in staat een kanteling teweeg te brengen en voor eenieder een veilige warme plek te verzorgen. Ik hoop oprecht dat de kanteling echt gestalte gaat krijgen en dat de epidemie dakloosheid de hoogste prioriteit krijgt. 
De woorden samen en leving zijn prachtig en samengevoegd nog veel mooier. Samen leven in een gemeenschap wie wil dit nu niet?

‘Samenleving’

Ik realiseer me terwijl ik deze column schrijf dat er altijd betere antwoorden of vragen mogelijk zijn. En dat morgen dezelfde vragen weer nieuwe antwoorden geven. Ik heb altijd een moment, wat er ook op me afkomt, om een keuze te maken!

Ik wens eenieder een hoopvol, rechthebbend 2023!

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>