Vrijdag 1 juli 16:30.

Samen met Lisette ben ik druk bezig met de voorbereiding om drie maanden naar Uganda te gaan en vrijwilligerswerk te doen bij de organisatie, Help her internationaal. Het land Uganda is onder mijn huid gaan zitten. Met deze NGO proberen we mensen die onder onveilige omstandigheden verkeren een handje te helpen.

Als ras Utrechter zit ook Utrecht onder mijn huid. Ook daar vertoeven mensen die geen veilige woonplek hebben of die meerdere problemen hebben. Dan belt een vriend en ex-collega me op. Als er één een ras Utrechter is, dan is hij het wel. Hij is gepokt en gemazeld en kent als geen ander de doelgroep van de straat.

Ik hoor de verwondering in zijn stem.
‘Harry, moet je nou weer eens horen. Ik kom langs één van de vindplekken en daar zie ik Karel zitten, ik ben gelijk naar hem toegegaan. Hij is al dik in de 6o. Hij zag me en begroette me gelijk. Ik vroeg hem wat hij hier deed op de bank. Hij was open en vriendelijk, ja zelfs blij. Ik heb lang met hem zitten kletsen. Je moet weten Harry dat ik Karel al heel lang ken. Ik was verbaasd over zijn terugval. Hij helemaal niet, hij vertelde me recht uit zijn hart.
Waarom afkicken als je eenzaam wordt in je eigen huis? De maatschappij en de hulpverlening is altijd bezig om mensen zoals ik af te laten kicken. Kijk om je heen, ik ben niet de enige. De meeste die hier zitten zijn op leeftijd en hebben een huis of zijn hun huis kwijtgeraakt. De kwaliteit van mijn leven is slecht doordat ik me alleen voel en je mag best weten, ik voel me ook niet capabel om een nieuw leven op te bouwen. De meesten hier hebben ook niemand meer. Het is toch logisch dat het beter is terug te gaan naar het oude leven dan weg te kwijnen in mijn zogenaamde mooie woning. En geloof me niemand hoeft me zielig te vinden. Ik ben blij gewoon terug te zijn, naar herinneringen ophalen hier over de bajes en de straat. Eigenlijk zijn het de enige sociale contacten die ik heb.’

Jeetje man wat een verhaal.

‘Harry, ik vond het verdrietig om te horen. Maar ook verhelderend, want wie bepaalt nu wie of wat pro-sociale contacten zijn of wat überhaupt pro-sociaal is? Het verdrietige was dan ook vooral om te horen en te zien hoe blij hij was met zijn gebruik en de omgang met zijn vrienden.’

We praten nog een ruim een uur lang door aan de telefoon en raken steeds geanimeerder over hoe we deze mensen op een adequate manier tegemoet kunnen komen.

Knapstok

Vrijdag 18:30.

Anderhalf uur heb ik aan de telefoon gezeten en ik moet mijn koffer nog pakken. Fred, onze overbuurman, belt aan. Hij is een bouwvakker die sinds kort met pensioen is. Ik zie hem elke dag met zijn bus en de aanhangkar rond half zes wegrijden. Hij begint al te lachen als hij ons ziet hij heeft een knapstok bij zich met om de stok zo’n ouderwetse rode zakdoek.

‘Mijn vrouw heeft voor jullie een overlevingspakket gemaakt voor jullie in dat verre land.’

Lisette en ik zijn allebei geroerd, wat mooi dat mensen op deze manier naar elkaar omkijken.

Vrijdag 19:00

Frans belt. Ik neem op en hij zegt een paar dingen die niet voor herhaling vatbaar zijn, we beginnen allebei te lachen. Frans is een man van middelbare leeftijd met oncorrigeerbare dwalingen in zijn denken. Hij zegt dat hij in een cel zit en er niet uitkomt. Daarmee doelt hij op zijn woonplek bij zijn ouders. Hij is op zoek naar een veilige plek.

‘Bel me maar niet op uit Afrika, want dan kunnen ze mij traceren. Dag maatje, pas je goed op en ga niet alleen de achterbuurten in. Het helpt toch niet wat je daar gaat doen.’

Swiebertje (Uit de oude doos)

2 Juli 3:10 ‘s nachts.

Ik word wakker en allerlei zinspeelsels gaan door mijn hoofd. Gezonde spanning over de reis naar Uganda, waar we drie maanden ondergedompeld worden in een andere cultuur. De beelden, vergelijkbaar met een viewmaster, van het telefoongesprek eerder deze middag klikken door mijn hoofd. Het beeld van Swiebertje, Bromsnor, de burgemeester en Saartje komen bij me op. Een romantisch beeld? Of niet? Ik zie de keuken waar ze elkaar ontmoeten en waar ze zich veilig voelen, met elk hun eigen eigenaardigheden en gebruiksaanwijzingen.

Ik klik naar het volgende beeld. Hoe zal het zijn als er zo’n ontmoetingsplek komt voor mensen als Karel? Waar dat keukengevoel van Saartje heerst en dat die plek een mooie naam heeft, geen naam zoals ‘de daklozenopvang’ of ‘de inloop’. Een plek waar je elkaar kan ontmoeten. Een bakje koffie kan drinken, biljartje leggen, andere mensen ontmoeten, waar oud en jong uitgedaagd wordt om je talenten aan te boren, zoals theater, kunst, schilderen, dichten. Een plek waar niet gebruikt mag worden, maar waar je, als je dat toch doet, niet je meteen een lange schorsing krijg. Maar waar iemand tegen je zegt: vandaag even niet, morgen ben je weer welkom. Een plek waar men uitgaat van: ‘zo min mogelijk regels en maximaal respect’.

Dat is een leus die we hoorden bij een werkbezoek te Gent aan het ontmoetingshuis Villa Voortman. Een plek waar moreel leiderschap heerst. Waar men vanuit vertrouwen handelt, gezagsvol, deskundig, betrouwbaar en integer. Waar ze mensen niet op ‘uit’ of ‘niet actief’ zetten. Waar ze mensen serieus nemen en als er iets is de moed hebben om erop af te stappen.

Wauw dat zou wat zijn. De beelden vervagen en ik val in slaap

Viewmaster

Zaterdag 2 juli 8:30.

Ik bel mijn ex-collega en maat. Ik vertel al mijn Viewmasterbeelden.

‘Harry dat zou wat zijn, waarom niet? Dan wordt Utrecht de Parel van Nederland. Ik wil nu al beginnen, geen opjaagbeleid, gewoon anders denken en anders doen, wat een investering in mensen zou dat zijn. Ik zie het al helemaal voor me.’

We associëren nog lange tijd door. En natuurlijk hoeven het niet alleen maar daklozen te zijn! En wie weet?

‘Harry, er zullen vast nog meer mensen zijn die hierin geloven’

Ik moet stoppen. Ik moet mijn koffer nog pakken. Ik ga lachend naar de Parel van Afrika.

https://straatnieuwsutrecht.nl/straatnieuws-8-2022/

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>