Om half 5 rijd ik mijn Kia Picanto het terrein op van de Moester in Gent. Aan de poort van het terrein staat een bord met de vermelding:

’31 maart foute party’

Het is stil op de Moester. De Moester is een zorgboerderij waar elke dag 80 tot 100 mensen komen. Ik kom al zeer lang bij de Moester. Deze plek voelt aan als een tweede huis. De mensen die hier elke dag komen hebben van andere mensen allerlei labels gekregen. Hier vragen ze er niet naar en zeggen: ‘laat je diagnose maar bij de voordeur’. Het is een bont gezelschap mooie mensen, die het goed met elkaar hebben.

Ik stap de Boerderij binnen. De medewerkers zijn aan het opruimen. De foute party is afgelopen. Ik word vriendelijk begroet door Stephanie. Zij vertelt: ‘Sam is de container aan het opruimen. Hij maakt hem helemaal klaar voor jullie. Ben je alleen?’
Ik: ‘Ja, mijn vrouw en mijn zoon en zijn vriendin komen morgen.’
Stephanie: ‘Heel veel succes zondag met de Marathon.’
Ik: ‘Dankjewel, ik loop de halve en mijn zoon de hele marathon. Het wordt mijn laatste halve marathon. Het is mooi geweest en ouderdom hou je niet tegen. In ieder geval enorm bedankt dat we in de container mogen slapen. Hoe heet de container ook alweer?’
Stephanie: ‘John’s Inn.’

Naar de Inn

Ik loop het terrein op richting John’s Inn. Ik wandel langs een huisje waar drie mensen wonen, die voorheen geen dak hadden of een dak waar niemand onder wil zitten. Rechts van het huisje staat het hok van de ezels, daarnaast dartelen de konijnen. Ik loop erlangs en ze schieten schichtig hun holletjes in. Zouden ze merken dat ik uit Nederland kom en denken: wat moet die rare snuiter hier.

De weg wordt smaller. Het wordt een klein paadje. Rechts een prachtige boom. Om de boom heen hebben ze takken neergelegd. Ik denk dat ze dat uit eerbied hebben gedaan aan deze levensader van de wereld.

De boom doet me denken aan de les van vandaag. Ik volg de opleiding van Johan van De Putte over narratieve therapie. Waarom? Omdat ik geloof in de helende kracht van verhalen vertellen. Het is een kunst om de verhalen op te halen bij de mensen en de waarde ervan in stand te houden en het verhaal niet over te laten nemen door ons eigen verhaal.

In die les moeten we een levensboom moesten tekenen. De boom is een metafoor voor het maken van een collectief verhaal. Datgene wat ons eigen maakt met de gevormde levensvaardigheden en dat wat ons universeel verbindt. De tekening maak ik samen met Stacey. Zij de ene helft en ik de andere helft. De beide helften die we tekenen zijn totaal verschillend en toch wordt het een boom. We staan tegenover elkaar en vertellen over onze wortels, daar waar we vandaan komen. Ze vertelt met twinkelende ogen dat ze zwanger is. Voordat ze zwanger was, was het al iets waar ze allang naartoe leefde. Ze is dankbaar, want ze vindt het niet vanzelfsprekend.

Ik ga verder het bruggetje over en aan weerszijden is er een vijver en in en om de vijver mag de natuur haar werk doen. Net voor het bruggetje staat op een paaltje met een fotootje van 
Anneleen Lootens. Anneleen staat er mooi op met een brede glimlach. Onder de foto staat:

0 18/12/1982. + 25/09/2021

Veel te vroeg, zegt mijn brein en ik denk meteen aan de nare ziektes die ons teisteren.

Een plaats van rust

Ik kom bij de respijtwoning. John’s Inn. In de folder staat het prachtig beschreven. Ze geven geen gehoor aan allerlei psychiatrische labels of ander kwetsbaar gezwets. Nee, integendeel. John’s Inn in wordt als volgt beschreven;

EEN PAUZE PLEK

Is een plaats om tot rust te komen, de dagelijkse beslommeringen te vergeten en alles even achter je te laten
Is een plaats waar jijzelf kiest wat er gebeurt. Heb je nood aan een praatje, dan kan dat, wil je liever met rust gelaten worden, dan kan dat ook
Is een moderne kleine woning, uitgerust met alle hedendaagse comfort. In een groene omgeving, op een prachtig domein

VOOR WIE

John’s Inn is er voor mensen die er even tussenuit moeten en een plaats nodig hebben om de rust terug te vinden. Heb je nood om even van huis weg te zijn? Heb je het lastig maar is een opname (nog) niet nodig? Dan is John’s Inn de plaats voor jou.

‘Hoi Harry’ zegt Sam. De container is weer helemaal schoon, hier heb je de sleutels en oja ik moest dit geven van Pieter.’

Pieter is een bezoeker en geeft rondleidingen op de Moester. Ik lees aandachtig wat hij in grote koeienletters heeft opgeschreven. Ik moet lachen om een paar zinnen:

‘Pompen oooo en weer doorgaan oooo schreien, vieren, pompen. oooo en weer lachen, doorgaan.’

Het hele leven in een paar zinnen. De eerste nacht in John’s Inn bevalt me prima. Je hoort niks en er is niks van gelogen dat je tot rust komt.

Jeremi

De volgende ochtend kom ik Jeremi tegen. Jeremi verzorgt in de weekenden al 15 jaar alle dieren. Hij doet dat als er niemand is en dat is altijd in de weekenden. Jeremi ziet er strak uit. Hij heeft grote groene laarzen aan, spijkerbroek en daarboven een bruine stoere leren jack.
Hij zet zijn volle kruiwagen neer en kijkt me met zijn kleinen guitige oogjes aan.

‘Harry was het toch?’
‘Ja, klopt, hoe is het?’
‘Ja redelijk, het valt niet mee om met autisme te leven. Vooral in de ochtend kost het me veel energie, vooral als ik met mensen moet praten. Ik heb veel meer op met dieren. Die zijn veel slimmer als mensen. In de avond gaat het altijd wat beter, ik heb dan minder stress.’
‘Wat doe je allemaal om je staande te houden?’
‘Muziek, ik ging altijd naar de Muziekbeurs in Utrecht, de Jaarbeurs. Ik verzamel cd’s en muziekboeken. Ik hou van Johnny Cash en Willie Nelson. Ik hou van hun stemmen. Ik word daar rustig van. Ik hou van deze doorleefde mensen, zij hebben veel meegemaakt, zoals armoede. En dat is niks vergeleken met de jonge zangers van nu. Waar slaap je?’
‘John’s Inn, het zou mooi zijn als er meer van deze containers worden neer gezet voor mensen die geen huis hebben.’
‘Ja dat zou mooi zijn, mensen hebben ruimte nodig en hoe de wereld er nu uitziet, blijft het toch een beetje wegdromen van een betere wereld.’

We schudden elkaars hand en nemen afscheid. Terwijl ik terugloop herhaal ik de woorden van Jeremi, ‘wegdromen van een betere wereld’.

Ik begrijp er geen snars van. Hoe moeilijk is het om meer van deze prachtige John’s Inns neer te zetten. Ik begrijp het al helemaal niet meer, omdat het wezen mens als enige dier kan besluiten dat we het over 5 minuten echt anders gaan doen. En het is evident dat de nood torenhoog is. Hoe mooi zou het zijn als diegenen die geen veilige plek hebben op zo’n plaats terecht kunnen, om op die de plaats tot rust te komen, om hun eigen levenswandel te aanschouwen en om op verhaal te komen.

About the author 

HarryGras

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>